Museum-gekte

Nou, de wereld zal het weten, hoor. Dat er een unieke Vermeertentoonstelling is in het Rijksmuseum in Amsterdam. Je kan geen krant opslaan of talkshow bekijken of er komt een Vermeer-item langs. 

https://www.rijksmuseum.nl/nl/pers/persberichten/rijksmuseum-presenteert-in-2023-eerste-vermeer-tentoonstelling-in-zijn-geschiedenis

Eén van de voordelen van in je seventies zijn is, dat je niet meer hoeft mee te juichen over zaken waarvan je hart eigenlijk helemaal niet sneller gaat kloppen. 
Nu zal menigeen wel denken, om je eigen gevoel te volgen hoef je toch geen zeventig jaar te zijn? Maar om je eigen smaak te ontwikkelen moet je eerst in je leven juist waken voor het verschijnsel ‘wat de boer niet kent dat vreet ie niet’. Want als je je niet openstelt voor nieuwe ervaringen, dan leer je ook nooit iets nieuws. En ontzeg je jezelf dingen waar je ook heel erg van hebt leren genieten. Dus als anderen ergens enthousiast over zijn, iets heel mooi vinden, dan is het toch de moeite waard om te proberen er met onbevangen ogen en oren naar te kijken en/of luisteren. Alleen zo ontwikkel je een beeld van je eigen voorkeuren.  

Zo dacht ik eerst, dat het mijn eigen beperkte kennis en ontwikkeling was, waarom een  vriend urenlang in verrukking naar marmeren beelden uit de oudheid kon kijken en ik al snel dacht: ik heb het nu wel gezien. Ik heb wel geleerd dat iets interessanter wordt als je er meer van afweet. Maar vervolgens heb ik ook ervaren dat daar bij mij grenzen aan zitten. Ongelooflijk knap vakmanschap blijkt voor mij niet voldoende om mijn aandacht vast te houden. Schilderijen van notabelen, van oorlogstaferelen, van Bijbelse verhalen boeien mij niet genoeg om er lang bij stil te staan. Mijn hart gaat er niet sneller van kloppen, hoe knap ook geschilderd. Ik ben ooit op de middelbare school naar een Rembrandttentoonstelling geweest in het Rijksmuseum en ik vond het ongelooflijk saai. En eigenlijk vind ik de schilderijen van Rembrandt nog steeds saai. Op dezelfde middelbare school liep ik wel warm voor de affiches van Toulouse l’Autrec. Daar zat een verhaal, een wereld achter die mij mateloos boeide. De cabarets in Parijs, het leven aan de zelfkant, zijn tragische levensverhaal. Dat groeide uit tot interesse voor de impressionisten, niet alleen de Franse, maar ook de vergelijkbare bewegingen in de andere Europese landen, de Haagse school, de Glasgow Boys, de Skagenschilders uit Denemarken. 

Terug naar de Vermeerhype, die mij  de afgelopen weken steeds meer begon te irriteren. Over de top, dat de NRC van donderdag 9 februari veertien pagina’s besteedde aan deze tentoonstelling naast een commerciële bijlage van acht pagina’s.
Alom wordt geprezen dat het Rijksmuseum erin is geslaagd om hét once-in-a-lifetime-event te organiseren: nog nooit waren er zoveel Vermeers tegelijk te zien. Waarom dat mensen uit de hele wereld naar Amsterdam laat vliegen is me een raadsel. Nu vind ik de schilderijen van Vermeer veel leuker om naar te kijken dan die van Rembrandt. Maar ik word echt niet gelukkiger van het kijken naar achtentwintig Vermeers dan naar een paar Vermeers in combinatie met andere schilders. De overdreven extase geeft mij een nieuwe-kleren-van-de-keizer gevoel. Doet me denken aan zo’n proef waarbij mensen die een korte en een langere lijn te zien krijgen, toch de korte als langer gaan benoemen als ze merken dat alle anderen dat ook doen. 

De museumgekte deed zich ook nog in een andere gedaante voor deze week. Mijn verkering en ik gingen samen naar een tentoonstelling van Kees van Dongen. In het bezit van een online gereserveerd tijdslot togen wij in de auto naar het Singer Museum in Laren.

https://www.singerlaren.nl/nl/pQYb7UG/kees-van-dongen

Maar de wal van het treinloze dorp Laren keerde het schip van de succesvolle Kees-van-Dongen-tentoonstelling. Van heinde en verre stroomden de grijze (vooral dames)hoofden in hun auto’s het dorp binnen. Dat daar natuurlijk totaal niet op is toegerust en ontwricht raakt door het gekrioel van auto’s, tevergeefs op zoek naar een parkeerplaats. Het museum zelf  bloesde eveneens over van de bezoekers, zo zagen wij vanuit de auto. Het was duidelijk: zo snel mogelijk weg van hier. 

Voor ons geen grote populaire tentoonstellingen meer, constateerden we later onverrichterzake thuis. Maar wel dik tevreden aan de koffie met een gebakje van onze favoriete banketbakker. Of taartje, zoals ons soort mensen zeggen, maar dat is weer een ander verhaal.  

Misschien vind je dit ook interessant