Een vriendin had ons onlangs, na het periodiek opschonen van haar boekenkast, het boekje Plat du Jour uit 2007 met verhalen van Martin Bril meegegeven. Er wat doorheen bladerend stuitte ik op een verhaal dat mooi aansluit op mijn bericht over museumgekte.
Het verhaal heet Route de Versailles. Het gaat over de vraag waarom een bepaald schilderij je ineens echt te pakken heeft. Het vakmanschap is daarbij niet doorslaggevend, laat staan de mediahype rond een tentoonstelling. Het is veel ongrijpbaarder en persoonlijker, het gaat om het tafereel, de sfeer, die een soort verlangen bij je oproepen.
Martin Bril beschrijft hoe hij eigenlijk kwam voor Rembrandt en Caravaggio, een tentoonstelling die in 2006 georganiseerd was door het Rijksmuseum en het van Goghmuseum en die met flink veel media-aandacht tot grote stromen bezoekers leidde.
Maar wat beklijfde, schreef hij, was een schilderij van van Pisarro, Route de Versailles, uit 1871. Hoe komt het, vraagt hij zich af, dat juist dit schilderij een verpletterende indruk op hem maakte.
Dat was de vraag die me vervolgens bezighield. Drama en verhaal ontbreken in het schilderij. Er is niets dan die weg, dat handjevol boerderijen, die bomen, de horizon, de naderende reizigers en de lucht. Zou het hem kunnen zitten in de diepte? Ja. Pisarro heeft het beeld een ongelooflijke diepte meegegeven, het is net alsof je als kijker met de voeten in het zand van die weg staat en naar de horizon kijkt. Dat de weg lichtjes omhoog loopt en ook nog eens kuilen heeft, maakt het nog spectaculairder. Maar het is vooral het schijnbare gemak waarmee een stuk verdwenen werkelijkheid hier tot leven komt waardoor Route de Versailles, Rocquencourt zo bijzonder is. Je hoort als het ware de wind zachtjes door de boomkruinen ritselen, om van het getok van de kippen maar te zwijgen,. Je zou willen dat je er even was, daar, in 1871.
In Martin Bril boekje staat geen plaatje van het schilderij, maar de tekst maakte mij heel nieuwsgierig. Dus even googelen en daar verscheen het schilderij zoals op de foto aan de kop van dit bericht. Ik vind het ook prachtig: dromerig, lieflijk, verstild, veilig. Het hangt in het Van Gogh Museum. Natuurlijk wil ik het nu heel graag daar zien, hopelijk zonder drommen mensen om me heen. Want ook in het Van Gogh Museum is vanwege het 50 jarig bestaan een bijzondere tentoonstelling te zien waar doorlopend reclame voor gemaakt wordt. Gelukkig kunnen we er op de fiets naar toe.